De top 10 van auto waarmee we in de twintigste eeuw rond reden. Ondertussen allemaal bekende klassiekers.
- Mini (1959): Onsterfelijk door zijn compactheid, een voorbeeld van hoe ‘slim’ een auto kan zijn.
- Citroën DS (1955): Symbool van Franse inventiviteit, gestroomlijnde vorm, soepele vering.
- Jeep (1942): Licht en veelzijdig, met een hoofdrol in de Tweede Wereldoorlog.
- Volkswagen Kever (1938): De meest geproduceerde auto aller tijden.
- Bugatti 35T (1924): De beroemdste racewagen aller tijden.
- T-Ford (1909): Allereerste betaalbare auto, 15 miljoen gemaakt.
- Fiat Multipla (1956): Zespersoonsmodel op basis van Fiat 600, voorloper van de mini-van.
- Toyota Corolla (1966): Oerdegelijk en betrouwbaar.
- Lancia Aurelia (1950): Vol technische primeurs, zoals de V6-motor, tevens de basis voor de eerste echte GT.
- MGB (1962): ’s Werelds meest gebouwde sportwagen. Nog steeds geliefd en vertroeteld wegens lage onderhouds- en reparatiekosten.
Bron: autohistoricus Wim Oude Weernink, in: NRC-Handelsblad, 6 februari 1997.