Keerwoorden

Keerwoorden vormen, anders dan palindromen, van achter naar voren gelezen een ander woord.

• drager-regard
  
• drekkar-rakkerd
  
• ellens-snelle
  
• fennek-kennef
  
• geweer-reeweg
  
• giller-rellig
  
• kapstok-kotspak
  
• keiler-reliek
  
• koorts-strook
  
• kotsten-netstok
  
• lebber- rebbel
  
• lebbert-trebbel
  
• lemmer-remmel
  
• lepper-reppel
  
• letten-nettel
  
• liever-reveil
  
• lorken-nekrol
  
• nestels-sletsen
  
• maarts-straam
  
• melkloop-poolklem
  
• nekker-rekken
  
• nepper-reppen
  
• nessus-sussen
  
• nestor-rotsen
  
• netels-sleten
  
• nevens-sneven
  
• prijst-tsjirp
  
• reiver-revier
  
• repels-sleper
  
• sakkert-trekkas
  
• serves-sevres
  
• sleets-steels
  
• straat-taarts
  

Bron: Aad van de Wetering.