Nederlandse woorden waarop geen Nederlands woord rijmt.
- aanlokkelijk
- aarzel
- amber
- ampel
- andijvie
- angstig
B
- bedlegerig
- beeldend
- beeldig
- begeerte
- behangsel
- behoudend
- bespottelijk
- beurten
- bevreemdend
- bezittelijk
- bezoldigd
- billijk
- bisschoppelijk
- bloemig
- borstelig
- bronstig
- bugel
- buidel
- buizerd
- bultig
C
- circus
- cirkel
D
- denkelijk
- dertig
- desem
- dienstig
- dodelijk
- dorpel
- dorper
- dreumes
E
- eenogig
- eenvoudig
- eenzelvig
- eerbiedig
- eigenlijk
- eindelijk
- eindig
- emmes
- engerd
G
- gebeiteld
- gebergte
- gedaante
- geldelijk
- geniepig
- gesel
- gezeglijk
- goddelijk
- goochelen
- gordel
- gortig
- gruwel
H
- haspel
- heerser
- heimelijk
- heldhaftig
- herfst
- herfstig
- hersenen
- heuglijk
- hongerig
- horloge
- houterig
- huiverig
- hymne
I
- imker
J
- jeugdig
K
- kamfer
- karper
- kennelijk
- knipsel
- knokelig
- koosjer
- kostelijk
- krachtens
- kreukelig
- krolser
- kronkelig
- kruisig
- kuchen
L
- langwerpig
- leegte
- leemte
- lieverd
- lievig
- looiig
M
- mazzel
- meesterlijk
- menneke
- misselijk
- moeite
- monster
- mormel
N
- nederig
- negentig
- netelig
- neuriën
- nobel
- nodigt
O
- oefent
- ongelooflijk
- onhebbelijk
- onherroepelijk
- onpasselijk
- ontnuchterd
- oorspronkelijk
P
- peddel
- pienter
- pipser
- ponem
- protserig
- puzzel
R
- rechtens
- ronselen
- roze
S
- schepsel
- schielijk
- schilfer
- schriftelijk
- schunnig
- smuigerd
- sperwer
- stemmig
- stempelt
- sterfte
- stiefelen
- stuntel
- sijpel
- slordig
- smiespelen
- snorkel
- soortelijk
- stremsel
T
- tjirpen
- toekomstig
- toonder
- tuitelig
- twaalf
V
- vaandel
- veegsel
- veertig
- veranderlijk
- verkieslijk
- vermoedelijk
- verwerpelijk
- verwijdert
- verzaligd
- verzenen
- vijftig
- vijlsel
- voegsel
- voortreffelijk
- vordert
- vormelijk
- vorstelijk
- vroegte
W
- wanstaltig
- westelijk
Y
- yoghurt
Z
- zanik
- zemelig
- zenuw
- zevengesternte
- zeventig
- zienlijk
- zilver
- zoetelijk
- ’t zomert
A
Bron: Onze Taal.