De wolken-classificatie is in 1803 bedacht door Luke Howard, hij leefde in Engeland van 1772 tot 1864.
- Ci = Cirrus (de hoogste bewolkingsoort en bij een temperatuur van onder de -40 graden bestaat deze dan ook geheel uit ijskristallen; de bewolking is dun en sliertig en heeft veel weg van veren)
- Cs = Cirrostratus (ziet eruit als een witte sluier die de hemel een melkachtige kleur geeft; bestaat alleen uit ijskristallen)
- Cc = Cirrocumulus (bestaat in zijn geheel uit ijskristallen; het zijn allemaal kleine wattenbolletjes, net zoals de altocumulus, maar dan op een hoger niveau)
- As = Altostratus (is een regenwolk, maar de intensiteit is veel minder dan bij de nimbostratus; het gaat om lichte neerslag; heeft een grijs, blauwachtige kleur)
- Ac = Altocumulus (beter bekend als de schaapjeswolk; dit heeft te maken met de structuur van de wolk die eruit ziet als wattenbolletjes; de wolken hebben een regelmatig patroon)
- Ns = Nimbostratus (is een echte slechtweerwolk; nimbostratus betekent dan ook regenachtig weer; uit deze bewolking kan het uren achtereen regenen of sneeuwen)
- Cb = Cumulonimbus (is een wolk met een enorme verticale omvang tot wel 15 kilometer hoogte; het is de wolk die, vooral in de zomer, bekend staat om zijn zware onweersbuien)
- Cu = Cumulus (ook wel stapelwolk genoemd, is wellicht de bekendste wolk; doordat het zonlicht aan de bovenkant weerkaatst, zien ze er daar parelwit uit; ook wel mooiweerwolken genoemd)
- Sc = Stratocumulus (bestaat alleen maar uit vloeibare druppeltjes; het is in ons land de meest voorkomende wolkensoort en hij is herkenbaar aan de mozaïekachtige vormen, bollen en banden)
- St = Stratus (is een saaie, grijze en egale wolkenlaag; deze bewolking bevat alleen vloeibare druppeltjes en neerslag valt er nauwelijks uit, hooguit wat motregen of motsneeuw)
Bron: KNMI