- De Nacht van Staal. Genoemd naar minister van Oorlog H.P. Staal (1845-1920), die in de nacht van 21 december 1906 de bezuiniging op zijn begroting maar met moeite door de Tweede Kamer wist te loodsen. Twee maanden later lukte hem dat niet in de Eerste Kamer. Het kabinet-De Meester bood daarop zijn ontslag aan. Uiteindelijk bleef het kabinet en werd Staal vervangen.
- De Nacht van Kersten. Genoemd naar de SGP-fractievoorzitter G.H. Kersten (1882-1945), die in de late avond van 10 november 1925 het eerste kabinet-Colijn opblies door een Kamermeerderheid achter zijn voorstel te krijgen het gezantschap bij het Vaticaan op te heffen.
- De Nacht van Schmelzer. Genoemd naar KVP-fractievoorzitter Norbert Schmelzer (1921-2008), die in de nacht van 13 op 14 oktober 1966 het kabinet-Cals ten val bracht omdat zijn fractie onvoldoende vertrouwen had in het financieel-economisch beleid.
- De Nacht van Bolkestein. Genoemd naar VVD-fractieleider Frits Bolkestein, die zich in de nacht van 4 op 5 maart 1997 in de Tweede Kamer moest verdedigen voor een artikel in de Volkskrant, waarin hij zich keerde tegen het kabinetsbeleid om uitbreiding van de NAVO met nieuwe lidstaten als Polen, Tsjechië en Hongarije te steunen.
- De Nacht van Wiegel. Genoemd naar VVD-senator Hans Wiegel, die in de nacht van 18 op 19 mei 1999 in de Eerste Kamer tegen het referendum stemde en daarmee de oppositie aan de meerderheid hielp die nodig was om de wijziging van de grondwet te verwerpen. Het kabinet-Kok II diende zijn ontslag in, maar werd kort daarna gelijmd.
- De Nacht van Van Thijn. Genoemd naar PvdA-senator Ed van Thijn, die in de late avond van 22 maart 2005 samen met zijn Eerste Kamer fractiegenoten tegen de grondwetswijziging stemde die de gekozen burgemeester mogelijk moest maken. Een dag later besloot minister Thom de Graaf (D66) van Bestuurlijke Vernieuwing af te treden.
Bron: Steemers.